Werken met de Tafelmethode met Stoplichtkaartjes volgens EDI!
Je kunt verschillende dingen doen om de Tafelmethode met Stoplichtkaartjes binnen een EDI-format aan te leren. In dit blog laat ik zien dat het aanleren en inoefenen van de tafels met mijn methode heel goed kan binnen het model van expliciete directe instructie. Binnen dit model vervult de leraar een belangrijke rol. De leraar onderwijst, houdt overzicht over het leerproces, stelt vast wat er aangeboden dient te worden en stelt duidelijke lesdoelen. Gerichte instructie en intensivering daarvan voor kinderen die de lesstof moeilijk vinden staan daarbij centraal.
Het leren van de tafels is een belangrijk onderdeel van het rekenen. Het lijkt echter of aan het memoriseren van de tafels niet zo veel belang meer wordt toegekend in verschillende methoden. En dat terwijl het kunnen ‘tafelen’ zeer belangrijk is voor rekenvaardigheden die later aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan breuken en verhoudingstabellen.
Daarom sta ik in dit blog graag stil bij hoe je de Tafelmethode met Stoplichtkaartjes kunt aanbieden via het EDI-format en zo op een gedegen manier de memoriseervaardigheid van kinderen kunt verbeteren. Uiteraard zijn er meerdere lessen nodig om de tafels te leren. Daarom zal ik per lesfase zoals deze in de Kijkwijzer Expliciete Directe Instructie genoemd worden, meerdere suggesties geven. Je zult merken dat ik inzet op verbaliseren, visueel maken en zelf doen, omdat op die manier kennis en vaardigheden goed worden ingeslepen.
Activeren van voorkennis
Als je een tafel gaat aanbieden is het belangrijk om rekenvaardigheden te activeren die nodig zijn om de tafelsommen uit te kunnen rekenen. Aan het begin van mijn les start ik daarom altijd met het aanhalen van deze vaardigheden. Ik laat klassikaal op het digibord wat sommen voorbij flitsen die kinderen in koor opzeggen. Zo laat ik de splitsingen voorbij komen, maar noem ik ook getallen die kinderen moeten halveren en verdubbelen. Ze antwoorden in hele zinnen: ‘de helft van 20 is 10’, ‘het dubbele van 15 is 30’. En ik noem de erbij- en erafsommen die in de tafel voorkomen. Kinderen herhalen de som die ik heb gezegd en geven daarna het antwoord. Indien nodig verbaliseren we een tussenstap. Op www.stoplichtkaartjes.nl vind je digitale flitsprogramma’s die je hiervoor kunt gebruiken. In de gratis handleiding vind je een tabel met erbij- en erafsommen die in de tafels voorkomen en een tabel met halveer- en verdubbelreeksen.
Bij vervolglessen kun je voor het activeren van de voorkennis ook andere tafels gebruiken, bijvoorbeeld een tafel met een logisch verband met de tafel die je wilt gaan aanbieden. Voor het leren van de tafel van 4, kun je de tafel van 2 en het verdubbelen gebruiken voor het activeren van de voorkennis.
Lesdoel
Vervolgens maak ik het lesdoel duidelijk. Deze wordt in de ik-vorm geformuleerd: Ik kan de tafelsommen van de tafel van 2 uitrekenen met de stoplichtkaartjes. Dit doel schrijf ik op het bord.
Instructie over het concept
In deze lesfase vertel ik kinderen het verhaal achter de stoplichtkaartjes. Dat groen staat voor de makkelijke tafelsommen, oranje voor de iets moeilijkere (één groepje meer/minder) en rood voor de moeilijkste tafelsommen (twee groepjes meer of minder). Het valt mij op dat kinderen soms niet goed weten wat ‘tafel’, ‘tafelsom’ of ‘vermenigvuldigen’ inhoudt, dus deze begrippen leg ik expliciet uit.
Als ik in een volgende les een andere tafel aanbied, kan het aanhalen van dit verhaal onderdeel zijn van het activeren van de voorkennis.
Instructie over de vaardigheid
Ik gebruik concreet materiaal om te laten zien wat ik doe en vervolgens leg ik kinderen de stappen uit. Ik begin met drie groene kaartjes die we gezamenlijk een aantal keer opzeggen.
Met elke stap komt/komen er (een) kaartje(s) bij, zoals de hiernavolgende illustratie aangeeft. Uitgangspunt blijven steeds de groene kaartjes. Van daaruit stap je uit naar het/de volgende kaartje(s) én je stapt weer terug. Het herhaald optellen en aftrekken komt hierbij van pas. Ik laat de kinderen zien hoe ze het uitrekenen van een tafelsom moeten aanpakken.
Praktische tip! Bij instructie aan de hele klas is het handig de kaartjes goed zichtbaar op te hangen. Dit kan op een whiteboard met magneetjes, maar een lijntje met knijpertjes werkt ook prima!
Aanwijsreeksen per stap:
Stap 1: Hang de groene kaartjes op. Hang ze zo op dat ze op de plek van 1x, 10x en 5x hangen in de rij. Wijs dan aan: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2.
Stap 2: Hang het oranje kaart voor 2x op. Oefen dan zo: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2,10×2, 5×2.
Stap 3: Hang de oranje kaartjes voor 4x en 6x op. Oefen zo: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2,10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2.
Stap 4: Het laatste oranje kaartje voor 9x wordt opgehangen. Oefen zo: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2,10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2,10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2, 10×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 1×2,10×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 10×2, 9×2, 10×2, 5×2.
Stap 5: Het rode kaartje voor 3x wordt erbij gehangen. De aanwijsreeks kan er zo uitzien: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2, 10×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2,10×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3,×2, 2×2, 1×2,10×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2.
Stap 6: Hang als laatste de rode kaartjes voor 7x en 8x op. Wijs als volgt aan: 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 10×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2, 10×2, 9×2, 8×2, 9×2,10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 7×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2,10×2, 9×2, 8×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 7×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3,×2, 2×2, 1×2,10×2, 9×2, 8×2, 9×2, 10×2, 5×2, 4×2, 3×2, 4×2, 5×2, 6×2, 7×2, 6×2, 5×2, 1×2, 2×2, 3×2, 2×2, 1×2, 10×2, 5×2.
Het is niet zo ingewikkeld als het misschien lijkt hoor. Bekijk het filmpje ook eens. Dat maakt in één keer duidelijk wat de bedoeling is!
Alle leerlingen ontvangen een setje materiaal en ik wijs schoudermaatjes aan. Het materiaal bestaat uit een setje stoplichtkaartjes, die ze tijdens de instructie op dezelfde manier als ik moeten neerleggen en een setje MAB-blokjes of fiches om erbij te leggen. Dit laatste doe ik eigenlijk alleen bij de klassikale aanbieding bij de tafel van 2, omdat je anders heel veel materiaal klaar moet hebben liggen. Voor hogere tafels wijk ik uit naar een grafische weergave van de tafel waarbij de hoeveelheden in plaatjes weergegeven zijn of ik gebruik de getallenlijn om het inzichtelijk te maken. Grafische weergaven en getallenlijnen vind je ook op de website!
Als ik de stappen toon op het digibord krijgen de kinderen de opdracht dit mee aan te wijzen op hun setje kaartjes. Zonder kaartjes kan ook: kinderen houden hun hand in de lucht en wijzen mee naar het digibord.
Begeleide inoefening
Ik doe vervolgens een oefenreeks op snelheid voor. Dat houdt in dat ik het aanwijzen van de 6 stappen met een ‘vaartje’ doe. Net als bij het opdreunen van de tafels maar dan in een gestructureerde volgorde. Ik gebruik hiervoor de digitale bestanden die op de website te downloaden zijn en makkelijk met een pijltjestoets bediend kunnen worden. Ik noem de sommen hardop en geef de antwoorden. Gedurende het uitvoeren van deze reeks krijgen kinderen het signaal om mee te doen. Dat doe ik door een handbeweging (‘kom maar’-beweging) te maken dat aangeeft dat ze mee kunnen gaan doen. Ze zeggen de sommen met de antwoorden tegelijkertijd met mij op. Vervolgens voer ik de reeks nog een keer uit. We beginnen samen en op een goed moment stop ik met meedoen. De kinderen doen het nu zelf met elkaar.
Kleine lesafsluiting
Voor de kleine lesafsluiting doe ik vaak een vraag en antwoordspel of quiz. Ik stel de kinderen vragen als:
Wat is de helft van 10×2? Als je 4×2 en 6×2 wilt uitrekenen via welke groene tafelsom reken je deze dan uit? Welke kleur hebben 3×3, 7×2 en 8×2? Enzovoorts. Alle kinderen geven antwoord op de vraag door deze op hun wisbordje op te schrijven. Via een beurtenbakje geef ik kinderen random de beurt om hun antwoord toe te lichten, waarna ik feedback geef.
Als kinderen gewerkt hebben met de stoplichtkaartjes, vraag ik hun een rode in de ene hand en een groene in de andere hand te nemen. Ik formuleer mijn vragen dan als stellingen en laat de kinderen een groen kaartje omhoog houden voor ‘eens’ of een rood kaartje voor ‘oneens’. Ook dan geef ik random beurten om antwoorden toe te laten lichten.
Als ik in meerdere lessen tafels heb aangeboden, flits ik de tafelsommen van verschillende tafels via het digibord. Kinderen schrijven hun antwoorden op het wisbordje die ze na 3 of 5 antwoorden omhoog houden ter controle.
Zelfstandige verwerking
De zelfstandige verwerking doe ik niet altijd. Mijn les eindigt dan na de kleine lesafsluiting. Het kan dan een opmaat zijn naar de rekenles uit de methode waar tafels een onderdeel van zijn. Pas als ik een aantal tafels in afzonderlijke lessen heb behandeld, voeg ik er wel een zelfstandige verwerking aan toe en gebruik ik de werkbladen, die ik gelamineerd heb en laat rouleren, of laat ik kinderen met een schoudermaatje samen inoefenen met doosjes met flitskaartjes en spelletjes. Alle materialen hiervoor vind je op www.stoplichtkaartjes.nl. Soms laat ik kinderen ook een zandloper gebruiken en moet er op snelheid gewerkt worden.
Verlengde instructie
Tijdens de zelfstandige verwerking geef ik kinderen die verlengde instructie nodig hebben extra uitleg. Ik leg de stoplichtkaartjes neer en gebruik materiaal en (tafel)som- en antwoordkaartjes om het concept en de vaardigheid nog meer te verduidelijken. We oefenen het tafelen waarbij ik elk kind dat aan de instructietafel zit random een beurt geef. Som- en antwoordkaartjes die niet meer nodig zijn, draai ik om of leg ik weg.
Een goede instructie is heel erg belangrijk voor het leren van de tafels. We willen voorkomen dat kinderen wachten tot een tafelantwoord in hun gedachte ‘floept’ of dat ze van voor naar achter rijen in gedachten gaan zitten opdreunen tot ze hun tafelsom hebben gevonden. Door uitvoerig stil te staan bij de verschillende stappen van de methode en daarbij de technieken van EDI te hanteren, ben je ervan verzekerd dat je kinderen een inzichtelijk denkkader biedt waarop zij kunnen terugvallen.
Veel succes!
Esther
Wil je meer weten over hoe je de Tafelmethode kunt inzetten in de klas? Volg dan de webinar of training! Klik hier voor meer informatie.
Aanbeveling:
Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van EDI, Expliciete Directe Instructie 2.0, tips en technieken voor een goede les. Het is geschreven door John Hollingsworth en Silvia Ybarra en voor Nederland en Vlaanderen bewerkt door Marcel Schmeier. Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Pica. Wil je meer informatie en het boek bestellen? Klik op het boek.
Materialen en missie:
Alle materialen die genoemd zijn in dit blog zijn terug te vinden op www.stoplichtkaartjes.nl. Je dient dit alleen nog zelf te printen, te lamineren en uit te knippen. Ik deel dit GRATIS met leraren, ouders en onderwijsondersteuners omdat ik het belangrijk vind dat elk kind van deze methode moet kunnen profiteren.
De ambassadeurs van de Tafelmethode met Stoplichtkaartjes zetten zich ook in voor het vergroten van de naamsbekendheid van de methode. Scholen en ouders kunnen hen benaderen voor de begeleiding van een kind of groepje kinderen. Je vindt de ambassadeurs, gesorteerd per provincie, op de website.